Je kleintje is al vier maanden! De maanden snellen voorbij en je begint een gezinsritme te vinden. Je kindje wordt zich steeds meer bewust van zijn omgeving, en je ziet met plezier hoe hij elke dag iets nieuws leert.

Als baby’s vier maanden oud zijn, beginnen hun behoeften te veranderen. Voeding, slaapritme, spelen, noem maar op.

1. Baby proeft van fruit en groenten

Smakelijk in een appel bijten lukt nu natuurlijk nog niet, maar je kan je kindje alvast aan groenten en fruit laten wennen door er lekkere puree of papjes van te maken.
 

Stap 1:

Kies een stuk groente óf fruit. Neem bij voorkeur verse groenten (wortel, courgette, sperziebonen en dergelijke) of een rijp stuk seizoensfruit (appel, peer, banaan, perzik e.d.). Je kiest zelf of je met fruit of groente begint, maar hou het bij één soort per keer.
 

Stap 2:

Maak de puree of het papje klaar. Voor groentepuree stoom je de groente samen met een aardappel. Door ze te stomen blijven de vitamines beter behouden. Voeg een drupje olie toe of een klontje boter of margarine en mix de groenten. De meeste stoomkokers hebben ook een functie om te mixen. Voor een fruitpapje neem je een stuk rijp fruit en een pletkoek voor baby’s of koekjesmeel en je mixt alles net zo lang tot er geen enkel stukje meer in te vinden is. Bepaald fruit, zoals appels, kook je best eerst gaar. Zo worden ze lekker zacht en mixen ze beter.

Als je liever een potje babyvoeding geeft, hoef je dat alleen nog maar op te warmen in een flesverwarmer. Controleer wel even of de voeding de juiste temperatuur heeft voor je hem aan je kindje geeft !
 

Stap 3:

zet je baby in een wipstoeltje of relax en doe hem alvast een slabbetje om (je weet maar nooit !). Neem een soepele lepel, speciaal voor de allerkleinsten, en geef je kindje een eerste hapje.
 

Stap 4:

kijk hoe hij reageert … Lekker ? Mooi zo ! Na enkele hapjes heeft hij waarschijnlijk wel genoeg. Trekt je kindje een vies gezicht of vloeien er tranen ? Maak je geen zorgen, kindjes moeten vaak wennen aan de ‘nieuwe’ textuur van papjes en puree. Dring niet aan, en probeer het na een paar dagen opnieuw. Als je begonnen bent met een groentepuree, probeer dan een fruitpapje, en omgekeerd.

Wanneer je kindje ongeveer 6 maanden oud is, kan je wat variatie in het menu brengen met nieuwe ingrediënten zoals fijngehakt vlees of vis.

Zodra je spruit zelfstandig kan zitten, zet je hem in een eetstoel of een doorgroeistoel. Het eten wordt nog leuker wanneer je het in een mooi babybord serveert !

2. Baby vindt zijn slaapritme

Op de leeftijd van vier maanden begint je kindje een vast slaapritme te vinden. De lange, slapeloze nachten vol huilbuien zijn hopelijk voorbij …

Help je kindje om een slaapritme te vinden, en bouw een ritueel in voor het slapen gaan. Lees iedere avond een verhaaltje voor, zing een liedje of las een knuffelmoment in. Zo bereid je je bengeltje voor op de nachtrust in een kalme en gezonde omgeving.

In de babykamer moet het vooral fijn slapen zijn. Een comfortabel bedje, een slaapzak in de juiste maat, een nachtlampje en een zacht knuffelbeest brengen je kindje naar dromenland …

Let er ook op dat de lucht in de babykamer niet te droog of te vochtig is. De beste temperatuur om bij te slapen ligt tussen de 18 en 20 °C.

En heb je eens zin in een ontspannen avond bij vrienden thuis ? Dan kan je kleine daar heerlijk slapen in een opvouwbaar reisbedje !
 

3. Baby gaat in bad

Het badje is voor veel kindjes een moment van ontspanning. Geef je baby altijd op hetzelfde tijdstip een badje, of dat nu ‘s ochtends is, ‘s middags of ‘s avonds. ’s Avonds kan het badje je baby helpen om sneller in te slapen.

Op dez leeftijd vindt je kindje het vast fijn om even in het water te spelen. Maar hij kan nog niet zelfstandig blijven zitten. Laat daarom een laagje water in je badkuip lopen en zet de baby er in een badstoeltje in. Meet wel even de watertemperatuur met een thermometer (37 °C is ideaal).

Droog je baby af met een knuffelzachte badcape en masseer hem met speciale olie of crème. Daar genieten jullie samen van!
 

4. Samen buiten wandelen

Een ritje in de auto wiegt je baby zachtjes in slaap. Op deze leeftijd gaat hij makkelijk mee in een draagbaar autostoeltje.

Samen wandelen in de stad, in het bos … je kindje gaat overal mee naar toe in een comfortabele buggy. Heel wat buggy’s gaan trouwens een hele tijd mee omdat ze ‘meegroeien’. Bovendien kan je met de buggy naar buiten wanneer jij daar zin in hebt: een parasolletje, een regenhoes, een voetenzak of een boodschappennet, met deze handige accessoires ben je overal op voorbereid !

En heb je liever je handen vrij ? Ga dan voor een draagzak. Er zijn modellen die je op de borst draagt, en rugdragers. Is het buiten wat frisjes, wikkel de baby dan in een speciale cape die op de draagzak past. Zo, daar zit je kleintje fijn !
 

5. Ontspannen spelen

De motoriek van baby’s evolueert met de dag. Op de leeftijd van vier maanden willen ze alles vastpakken wat ze zien. Daarom zijn ze ook zo dol op speeltapijten, activiteitenbogen, rammelaars, als het maar felle kleuren heeft !

Je kindje heeft een ook veilige speelruimte nodig. Daarvoor is een park ideaal.

Spelen is ook een manier van communiceren. Je baby gebruikt het badje, de maaltijden en andere momenten ook om met jou te spelen. En voor jou is het fijn om hem met een grote lach op zijn snoetje te horen brabbelen …