Meestal doet men dit om medische redenen die verband houden met de gezondheid van de baby (vroegtijdig breken van de vliezen, groeiachterstand, overschrijding van de bevallingstermijn, zwangerschapsdiabetes) of die van jou (hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging).
Er zijn hier twee situaties mogelijk.
Bij een ‘gunstige’ toestand van de baarmoederhals: je baarmoederhals heeft al een andere vorm aangenomen, d.w.z. dat hij korter geworden is of een kleine verwijding vertoont.
Bij een ‘ongunstige’ toestand van de baarmoederhals: je baarmoederhals is nog niet ‘rijp’, hij blijft lang en gesloten.
De arts of vroedvrouw plaatst onder in je vagina een capsule met prostaglandines die geleidelijk de baarmoederhals zullen voorbereiden en doen rijpen. Op dat moment is het tijd voor het infuus.
Maak je geen zorgen, er zijn niet meer risico's voor je baby dan bij een ‘normale’ bevalling. Wel kan de arbeid langer duren, vooral als de baarmoederhals zich in ongunstige (onrijpe) toestand bevindt en de weeën zijn pijnlijker.
Als de inleiding niet lukt, m.a.w. als de verwijding stagneert of de baarmoederhals zich niet opent, moet een keizersnede worden overwogen.
Bij een geplande bevalling wordt de start van de arbeid met enkele dagen vervroegd, meestal om organisatorische redenen. Zo ben je zeker dat de hele ploeg aanwezig is die je tijdens je zwangerschap begeleid heeft. Men kan dit overwegen als je ver van de kraamkliniek woont, of als de toekomstige papa veel reist en bij de geboorte aanwezig wil zijn. Deze beslissing moet je nemen in overleg met je arts.
Probeer in ieder geval je zwangerschap te voldragen. Moeder Natuur doet haar werk over het algemeen goed: zoals de appel die wacht totdat hij rijp is vooraleer van de boom te vallen, zo zal je baby, als je hem de keuze laat, pas geboren worden als hij er klaar voor is.