Als je het ideale flesje gevonden hebt, kan je aan de inhoud beginnen te denken. Koemelk wordt voor baby’s ten stelligste afgeraden; gebruik liever aangepaste melk, die in alle behoeften voorziet en die zorgt voor een optimale gezondheid en ontwikkeling. Je vraagt je af hoe je de beste voeding voor je baby kiest en hoe je zijn flesjes klaarmaakt ? Wij vertellen je er graag meer over in deze gids.
Wat er in het flesje mag:
Vóór 1 jaar (en liefst zelfs vóór 18 maanden) geen koemelk
Enkel “speciale” melk op medisch advies (bv. hypoallergene melk, antireflux,…)
Kindermelk bevat alle stoffen die een kind nodig heeft van de geboorte tot zijn vijfde levensjaar. Aangezien de babyjaren zo cruciaal zijn, moet de samenstelling van de melk voldoen aan strenge reglementeringen op het gebied van voedingswaarde en hygiëne.
Ieder groeistadium vraagt een aangepaste kindermelk. Er bestaan 2 categorieën.
Opvolgmelk begin je best te geven vanaf de 6de-7de maand, wanneer je met vaste voeding start (fruit- of groentepap). Blijf de melk geven tot je kindje zo’n 12 à 18 maanden oud is. Je baby heeft zijn ijzerreserves van tijdens de zwangerschap opgebruikt en dus komt het hoge ijzergehalte van deze melk goed van pas. IJzer speelt immers een belangrijke rol in de groei en versterkt bovendien het immuunsysteem. Zolang je baby geen vlees eet, neemt hij onvoldoende van dit mineraal op. Opvolgmelk is vetter dan gewone koemelk (en vet is de belangrijkste energiebron voor baby’s) en is verrijkt met essentiële vetzuren, die de ontwikkeling van de hersenen, het gezichtsvermogen en het zenuwstelsel bevorderen. Deze melk vind je bij de apotheker of in de supermarkt.
… je er goed aan doet je baby tot 1 jaar (of zelfs langer) minstens 500 ml opvolgmelk per dag te blijven geven ? En dat je de aangepaste groeimelk tot 5 jaar mag blijven geven ? Zo ben je zeker dat je kind niets te kort komt.
Groeimelk is bestemd voor peuters van 1 tot 3 jaar. Ze is verrijkt met mineralen als ijzer (in tegenstelling tot koemelk, die arm is aan ijzer), zink en vitamines A, D, E en C. In feite verbetert groeimelk de kwaliteiten van koemelk: ze biedt betere vetten en meer essentiële vetzuren. Onlangs is het eiwitgehalte van deze melk teruggeschroefd om te voorkomen dat peuters te veel eiwitten zouden opnemen (een risico van koemelk). Op die manier verkleint groeimelk het risico op overgewicht en overbelaste nieren. Ook het suikergehalte is aangepast aan de behoeften van het kind.
Sojabereidingen
Als alternatief voor de aangepaste melk bestaat er start- en opvolgvoeding op basis van soja-eiwitten. Let wel: haar voedingswaarde ligt niet hoger dan gewone kindermelk. Geef geen babyvoeding op basis van soja zonder eerst je arts te raadplegen. Verwar deze voeding ook niet met de gewone dranken, desserts, sappen en yoghurtjes op basis van soja. Die mag je pas vanaf een leeftijd van drie jaar aan je kind geven.
Koemelk, niet voor zuigelingen
Het is ten zeerste af te raden een baby jonger dan 1 jaar en zelfs tot 18 maanden koemelk te geven. Die bevat nl. niet alleen te veel eiwitten (risico op overgewicht, overbelaste nieren,…) en zout, maar ook onvoldoende vetten, essentiële vetzuren, ijzer en koolhydraten. Haar hoge eiwitgehalte maakt haar bovendien moeilijk verteerbaar. Kortom: koemelk is goed voor kalfjes, niet voor baby’s.
Tot een leeftijd van 1 jaar hou je het dus best bij eerste- en tweedeleeftijdsmelk, want die is perfect afgestemd op de specifieke behoeften van je baby. Van 1 tot 5 jaar krijgt groeimelk de absolute voorkeur, omdat ze extra ijzer en essentiële vetzuren bevat.
Geef je kind ook nooit rauwe melk of melk van andere dieren dan de koe (schapen-, geiten-, paardenmelk,…). Rauwe melk kan een broeihaard van bacteriën zijn. Gebruik enkel gepasteuriseerde of gesteriliseerde melk. Schapen-, geiten- en paardenmelk bevat niet de juiste stoffen voor je baby’s groei en ontwikkeling en kan die zelfs in het gedrang brengen.
Problemen bij flesvoeding en aangepaste melk
Hoe lekker ze hun flesje ook mogen vinden, sommige baby’s verdragen gewoon geen melk. Ze geven de melk steeds terug, hebben last van krampjes, een slechte darmtransit of ontwikkelen in het slechtste geval zelfs allergieën. Om deze problemen op te lossen en te voorkomen, bestaat een heel gamma aangepaste eerste- en tweedeleeftijdsvoeding met specifieke eigenschappen. Overweeg je je baby aangepaste voeding te geven, raadpleeg dan steeds eerst je arts.
De laatste jaren wordt de markt overspoeld door babyvoeding met een variërend lactosegehalte (bv. lactosearme melk) en pro- of prebiotica (resp. ‘goede bacteriën’ als bifidus en stoffen die de activiteit van de goede bacteriën in de darmen stimuleren). Deze producten helpen de spijsvertering, de darmflora en -transit te bevorderen en zelfs allergieën te voorkomen. Aarzel niet om je kinderarts hierover aan te spreken.
Geeft je baby melk terug? Heeft hij problemen met slikken ?
Dan is ‘antiregurgitatiemelk’ of ‘antirefluxmelk’ sterk aanbevolen. Dankzij haar dikkere structuur heeft je baby na de maaltijd minder last van oprispingen.
Krampjes, verstopping of diarree
Er bestaat melk die hiertegen kan helpen. Ze is verrijkt met essentiële vetzuren en goede bacteriën, waardoor het darmkanaal tot rust komt en de spijsvertering vlotter verloopt.
Om allergieën te voorkomen
Hypoallergene melk helpt allergieën te voorkomen. De eiwitten in deze melk komen uit koemelk, maar zijn in kleine deeltjes opgesplitst, zodat ze hun allergene eigenschappen verliezen en makkelijk verteerbaar zijn. HA-melk wordt preventief gegeven. Ze is aangewezen voor zuigelingen met een risico op allergie (als een van beide ouders, een broer of zus allergisch is), maar mag nooit gegeven worden aan baby’s bij wie koemelk(eiwit)allergie is vastgesteld (d.i. de meest voorkomende allergie).
Je baby is humeurig, heeft last van huiduitslag, aanhoudende diarree, krampen,… ? Dan is de kans reëel dat hij lijdt aan koemelk(eiwit)allergie. Ga eens langs bij een arts, die zal je indien nodig een aangepaste, ‘semi-elementaire’ dieetmelk voorschrijven. De eiwitten in deze melk zijn koe- of sojamelkeiwitten die in kleine stukjes zijn opgesplitst, waardoor ze geen allergische reactie meer veroorzaken. Volg de aanbevelingen van je arts op, zelfs al heeft je baby een hekel aan de bittere smaak van deze melk.
Tweedeleeftijdsmelk of opvolgmelk: van 6 t.e.m. 18 maanden
Groeimelk: van 1 t.e.m. 5 jaar
Koemelk: best pas na 18 maanden
Op deze vraag bestaat geen pasklaar antwoord, want elke baby is anders. De eetlust van je baby verschilt van dag tot dag en zelfs van maaltijd tot maaltijd. Bovendien vraagt elke leeftijd een andere hoeveelheid. Het heeft geen zin je baby te pushen: soms zal hij de helft van zijn flesje laten staan en op andere momenten zal hij om meer vragen. Zolang zijn groeicurve regelmatig is en hij na elke maaltijd voldaan en tevreden is, kan je op beide oren slapen. Vraag om raad aan je kinderarts en bekijk de richtlijnen op de verpakking van kindermelk – al geven die slechts gemiddelden op.
Een baby drinkt in verhouding tot zijn gewicht uitzonderlijk veel water. De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt voor de bereiding van zuigflessen mineraal- en nitraatarm flessenwater aan. Vraag raad aan je kinderarts. Je kunt je ook gewoon laten leiden door de etiketten op de waterflessen: de flessen met de vermelding “geschikt voor de bereiding van zuigelingenvoeding” mag je met een gerust geweten in je winkelkarretje leggen. Vergeet niet dat geen enkel flessenwater steriel is. Je bewaart geopende flessen dan ook best maximum twee dagen in de koelkast.