In de 19de eeuw was men ervan overtuigd dat je baby’s verwende en afhankelijk maakte door ze vaak te dragen. In de jaren zeventig introduceerden de hippies de draagdoek en begon men langzaam anders te denken over hoe je met een baby moet omgaan.
Ondertussen is er veel onderzoek verricht naar dit thema en wijzen de resultaten allemaal in dezelfde richting: baby’s hebben huidhonger. Een baby heeft de behoefte om heel dicht bij mama te zijn. Hij herkent de hartslag, de stem, de geur en heeft het lekker warm. Mama staat gelijk aan voeding en dat heeft een baby nodig om te overleven, maar hij voelt er zich ook veilig en geborgen.
Een baby kan, dichtbij zijn mama of papa, gemakkelijk aangeven wat hij wil en mama of papa kan de signalen sneller en gemakkelijker herkennen. Moeders hebben vaak ook de behoefte om dichtbij hun baby te zijn en zo leren ze elkaar snel kennen. Het bevordert het hechtingsproces en baby’s die dichtbij mama of papa zijn huilen minder.
Als een baby huilt probeert hij iets te vertellen. Het is zijn enige manier van communicatie om aan ouders te laten weten dat er iets is. Het is dan ook goed om naar je baby te luisteren als hij huilt. Wordt je baby rustig als je hem dicht bij je neemt, dan had je baby huidhonger. Dit is geen verwennerij, maar een oerbehoefte.
Natuurlijk kan je baby ook huilen omdat hij zich oncomfortabel voelt of honger heeft… Voor ouders en baby is het na de geboorte een leerproces om elkaar aan te voelen. Is het niet helemaal duidelijk wat je baby wil dan is de baby dicht bij jou nemen of aan de borst leggen een goed idee.
Op dit moment worstelen ouders nog al eens met het idee of ze hun baby niet beter zouden laten huilen: nee is hier het antwoord. En dan moet ik misschien even nuanceren: baby’s mogen huilen – ze moeten uiteraard ook de kans krijgen om hun emoties te uiten – maar alleen wanneer ze dicht bij mama of papa zijn. De vorige generatie geeft ons echter nog vaak het advies dat baby’s af en toe moeten wenen om te voorkomen dat je ze verwent en omdat het goed is voor hun longen. We zijn jammer genoeg ons instinct een beetje kwijt waardoor we aan heel veel dingen gaan twijfelen.
Onderzoek wijst uit dat je baby’s niet kan verwennen tot ze zes maanden oud zijn, dat wil zeggen dat baby’s tot die leeftijd nog geen verbanden kunnen leggen (mama pakt me als ik huil).
Als we naar soortgenoten kijken, bijvoorbeeld de aapjes, zien we dat zij dit gedrag puur instinctief stellen.
Allemaal makkelijk gezegd, maar wat gebeurt er dan met ons huishouden en wat als het allemaal niet zo van een leien dakje loopt?
Wat het huishouden betreft kunnen we alleen maar aanraden om je te laten helpen door kraamverzorgsters. Zij komen de eerste weken bij jullie aan huis. Ze geven je basiskennis over je pasgeborene en alles wat erbij komt kijken en zorgen ervoor dat het huishouden overeind blijft terwijl mama en papa lekker kunnen cocoonen met hun baby. Ze hebben ook aandacht voor andere kinderen in het gezin.
Af en toe worstelen mama’s met een schuldgevoel dat ontstaat door het conflict tussen weten wat goed is voor hun baby (namelijk veel huidcontact) en hun eigen gevoel hierbij. Het helpt al grotendeels om ook al tijdens de zwangerschap beroep te doen op een vroedvrouw, zodat ze je beter kan voorbereiden op wat er komt. Als veel contact met je baby te benauwd aanvoelt kan het zijn dat hiervoor een onderliggende oorzaak bestaat. Het is belangrijk dit aan te geven aan je vroedvrouw. Erover praten kan ook al veel helpen en samen met je vroedvrouw kan je nagaan of je eventueel professionele hulp nodig hebt. Hulp inroepen van je partner, nauwe vrienden en familie kan helpen deze moeilijke periode te overbruggen.
Voor mama’s die hierover meer willen lezen: ‘Mijn baby lacht nu ik nog’ is een boek dat geschreven is door Lieve Van Weddingen en deze problematiek belicht.
Tot slot nog even wat praktische hulpmiddelen om je baby dicht bij je te hebben. Met al deze hulpmiddelen kan je vroedvrouw je op weg helpen:
Dit artikel werd geschreven in samenwerking met Mama Baas.