Bescherm je baby tegen een aantal ernstige of dodelijke ziekten. Om dit te doen, wordt hij geïnjecteerd met een kleine hoeveelheid van de microbe of het virus om een afweerreactie van zijn lichaam uit te lokken. Zo zal je kindje antilichamen aanmaken die zeer nuttig zijn als het ziek zou worden.
Het vaccin zal hem in staat stellen om mogelijk gevaarlijke complicaties na een goedaardige ziekte zoals mazelen, bof of rodehond te vermijden.
In België is enkel de inenting tegen polio verplicht. Andere vaccins worden aangeraden door je arts en zijn verplicht vanaf het moment dat je kindje naar een collectieve inrichting gaat.
Dit zijn vaccins tegen polio, difterie (kroep), pertussis (kinkhoest), meningitis (Haemophilus influenzae b), mazelen, rodehond en bof (dikoor). Sommige van hen zullen ook sterk aanbevolen worden: dit zijn vaccins tegen pneumokokken, meningitis C en hepatitis B (geelzucht).
Je kindje wordt enkel gevaccineerd als het niet ziek is, anders wordt de inenting uitgesteld.
Na de inenting zijn een aantal bijwerkingen mogelijk: koorts, roodheid, een ziek gevoel. Wees dan extra waakzaam en bel de arts als deze symptomen niet verdwijnen.
Respecteer de herhalingsdata om de duur en doeltreffendheid van dit beschermingssysteem te verlengen. Noteer ze zorgvuldig in het vaccinatieboekje van je kind. Deze inentingsdata zullen je regelmatig gevraagd worden tijdens de opgroeiperiode van je kind.