De bescherming van je baby begint zeer vroeg met een aangepaste hygiëne om ziektekiemen geen kans te geven.
Vanaf de tweede à derde maand moet je baby ook preventief ingeënt worden om te vermijden dat hij bepaalde ernstige, en soms zelfs dodelijke, ziektes oploopt.
Hoe werkt het?
Het principe van vaccinatie is eenvoudig: een kleine dosis dode of verzwakte ziekteverwekkers (microben of virussen) wordt in het lichaam ingespoten. Het immuunsysteem verzet zich tegen de lichaamsvreemde stoffen die worden ingespoten en bijgevolg worden antistoffen aanmaakt. Die antistoffen blijven in het lichaam aanwezig. Wanneer het kind later dan echt besmet wordt door datzelfde virus, dan zal het immuunsysteem dat virus sneller herkennen. Bijgevolg kunnen de antistoffen de werking van het virus neutraliseren.
De duur van de verkregen immuniteit hangt af van vaccin tot vaccin. Het is dus belangrijk om de vaccinatiedata te respecteren die door de arts worden voorgesteld.
Dankzij een veralgemeende vaccinatie hoopt men dat, behalve dat de kinderen zelf beschermd worden, deze gevaarlijke ziektes volledig uitgeroeid zullen worden, zoals dat bv. voor de pokken het geval is.