Mogelijk heeft je baby een lichte, overigens onschuldige, zwakte in de heupen die zijn vermogen om zich om te keren beperkt. Misschien koos hij ervoor om zijn beentjes naar boven te strekken en kon hij zo door ruimtegebrek niet meer kantelen?
Ook een tekort aan vruchtwater kan zijn bewegingen bemoeilijken, of de navelstreng kan zich in zo’n positie bevinden dat bewegen moeilijk wordt. Men heeft hier geen rationele verklaring voor.
Men onderscheidt twee types stuitligging:
Naargelang de situatie zal de arts trachten je kindje te keren en in een ideale richting voor de geboorte te plaatsen. Deze techniek wordt uitwendige versie genoemd (het keren door uitwendige manipulatie).
Deze oplossing kan overwogen worden rond de 36ste maand om de baby in de goede richting te draaien door middel van een handeling van de gynaecoloog.
Deze handeling duurt een aantal minuten en kan ongemakkelijk zijn voor de vrouw. De baby zelf wordt goed bewaakt en als deze handeling hem niet bevalt, stopt de gynaecoloog met de versie.
Er bestaat nog veel onenigheid over de beste bevallingswijze bij een stuitligging. Niettemin lijkt men vandaag eerder voorstander te zijn van een natuurlijke bevalling.
Je gynaecoloog zal de haalbaarheid ervan beoordelen aan de hand van de volgende criteria (plus nog andere):
Als er een medisch risico bestaat voor de baby of voor jezelf, hoe klein ook, zal zeker gekozen worden voor een (geplande) keizersnede.