Gedurende negen maanden is het water dat jij drinkt ook het water dat je baby drinkt. Het is dan ook belangrijk dat het water dat je kiest aan bepaalde voorwaarden voldoet:

• Het mag bijvoorbeeld niet te veel mineralen bevatten (om je organisme niet te veel te belasten).
• Vermijd kraantjeswater omdat de kwaliteit, evenals de smaak, ervan varieert van streek tot streek. Kraantjeswater bevat trouwens dikwijls te veel nitraten terwijl nitraten net afgeraden worden bij zwangerschap.
• In de zesde maand vertegenwoordigt water 90% van het lichaamsgewicht van je baby. Vanaf de 14de week zal je baby voortdurend vruchtwater drinken en elimineren, hetgeen belangrijk is voor zijn ontwikkeling. De kwaliteit van dat vruchtwater hangt gedeeltelijk af van wat je drinkt.
• Tijdens je zwangerschap zal ook de hoeveelheid water in jouw lichaam aanzienlijk toenemen. Daarom is het raadzaam minstens anderhalve liter water per dag te drinken.

• Naast de dagelijkse hoeveelheid water, is ook de kwaliteit belangrijk: kies voor water met een goed evenwicht aan mineralen, bij voorkeur niet-bruisend. Bruisend water kan je een hongerig gevoel geven waardoor je de neiging kan krijgen te veel te eten. Toch kan bruisend water zeer nuttig zijn in het begin van de zwangerschap omdat het misselijkheid kan verzachten en de vertering kan bevorderen.
• Probeer het drinken van opwekkende dranken zo veel mogelijk te beperken. Drink dus zo weinig mogelijk koffie, gewone thee en cola maar geef de voorkeur aan kalmerende en bloedzuiverende kruidenthee.
• Drink zodra je dorst hebt en drink vooral veel tussen de maaltijden. Veel drinken is bovendien de beste manier om infecties van de urinewegen te voorkomen.