- Zet je baby half rechtop en laat zijn hoofdje in de elleboogholte rusten. Zorg ervoor dat je altijd comfortabel geïnstalleerd bent in een zetel met een armleuning. Zo voorkom je krampen.

• Zorg ervoor dat de speen altijd vol is zodat je baby niet te veel lucht binnenkrijgt tijdens het drinken.

• Zorg ervoor dat je de speen niet tegen zijn neus duwt want zo kan je baby niet goed ademen.

• Als je de fles goed geeft, zou je reeks luchtbellen langs de wand van het flesje moet zien lopen. Door het zien van de luchtbellen ben je zeker dat je baby niet te veel lucht drinkt en dat er geen klontertjes vastzitten in de speen.

• Met de ring die zich rond de speen bevindt, kan je het debiet regelen in functie van de grootte van het gaatje in de speen en in functie van de zuigkracht van de baby.

• Laat de baby wat tijd om rustig zijn boertje te laten na de fles.

• Was de fles met een beetje afwasmiddel, spoel de fles goed uit en leg de fles klaar om gesteriliseerd te worden.

• Bereid de flesjes in de mate van het mogelijke op het laatste moment. Zo herleid je het risico op bacteriële besmetting tot een minimum.

• Bewaar nooit een restje dat de baby niet heeft opgedronken maar giet de restjes systematisch weg.

• Om te vermijden dat je telefoon krijgt tijdens het flesje, kan je best even het antwoordapparaat aanzetten.