Een goed autozitje kiezen

Het is niet altijd duidelijk wanneer je voor je kind best naar een volgende categorie autozitjes overschakelt. Soms vind je tegenstrijdige informatie en daarom geven we je hier alvast een overzicht. 

Niet de leeftijd van je kind, maar de grootte en het gewicht zijn doorslaggevend bij het overschakelen naar een volgende categorie.  De verschillende types autozetels zijn onderverdeeld in groepen.

• Groep 0/0+: tot 10 kg / 13 kg - tot 85 cm.

Baby's worden tegen de rijrichting in vervoerd, wat veiliger is. Dit kinderzitje mag zowel voorin als achterin geplaatst worden.  Opgelet: als je het op de bijrijdersstoel plaatst, zorg er dan voor dat de airbag gedeactiveerd is.

• Groep 1: 9 tot 18 kg - 80 tot 105 cm.

Ook hier wordt het zitje best met de rug naar de rijrichting geplaatst.

• Groep 2: 15 tot 25 kg - 105 tot 135 cm.
• Groep 3 : 22 tot 36 kg - tot 150 cm.

De stoel zonder rugleuning (verhoogkussen) kan alleen correct gebruikt worden in combinatie met een driepuntsgordel (over de schouder heen).

• Groep 2/3 : 15 tot 36 kg - 105 tot 135-150 cm
• Groep 1/2/3 : 15 tot 36 kg - 80 tot 135-150 cm

Je vindt deze aanbevelingen van Kind en Gezin in detail terug door op volgende link te klikken: https://www.kindengezin.be/veiligheid/vervoer/in-de-wagen/autostoeltjes.

Houd je kind zo lang mogelijk in de laagste categorie, want dit is altijd de veiligste optie! Pas als het hoofd boven de rugleuning uitsteekt (bij twijfel: controleer of de oren niet boven de rand van de rugleuning uitsteken) of als het maximale gewicht is bereikt, is het tijd om over te schakelen naar de volgende categorie.

Een verhogingskussen zonder rugleuning (groep 3) kan gebruikt worden voor grotere kinderen (15 tot 36 kg), maar een verhogingskussen mét rugleuning (groep 2/3) biedt een betere bescherming en is daarom aan te bevelen: het zorgt voor een goede begeleiding van de gordel over de schouder en biedt ook een goede zijdelingse bescherming, vooral ter hoogte van het hoofd.

Klik je kind correct vast

Zorg ervoor dat de riempjes niet te los zitten: er mag maximaal één centimeter speling zijn tussen de riempjes en je kind. Trek de gordel overal strak aan. 

Zorg ervoor dat de riempjes wel degelijk over de schouder en niet achter de rug of onder de oksel gaan.

Zorg ervoor dat de gordel op de juiste manier aan het zitje is bevestigd.

Zorg ervoor dat de gordel niet gedraaid is.

Laat je kind niet in het autostoeltje zitten met een dikke jas aan.

Zorg ervoor dat je kind zich niet uit zijn veiligheidsharnas kan werken.

Andere veiligheidstips

Controleer of je zitje geschikt is voor je kind. Autostoelen zijn gehomologeerd op basis van gewicht of lengte.

Lees de handleiding altijd zorgvuldig voordat je het zitje installeert.

Zorg ervoor dat het zitje in de juiste richting staat. Voor een babyzitje is dit altijd tegen de rijrichting in.

Indien mogelijk, kies dan voor een ISOFIX systeem, waarmee je het autozitje rechtstreeks aan de carrosserie van de wagen bevestigt. Het voordeel van een dergelijk systeem is dat je je autozitje snel en veilig kunt bevestigen , met minder kans op fouten.

Het systeem I-SIZE biedt de mogelijkheid je baby te vervoeren met de rug in de rijrichting tot de leeftijd van 15 maanden, wat een betere bescherming biedt. Het gebruik van dit systeem in de wagen is echter enkel mogelijk als deze laatste uitgerust is met ISOFIX.

Klik je kind altijd vast : zelfs op een kort traject is een ongeval nooit uit te sluiten.

Als je kind zelf de veiligheidsgordel vastklikt, check dan nogmaals of deze goed vastzit.