Het is nooit te vroeg om het onderwerp 'veiligheid op straat' met je kind aan te kaarten.
Enkele tips:
- Het eerste belangrijke principe: een kind van 2 tot 4 jaar is nog te klein om alleen over straat te lopen. Blijf dus altijd bij je kind en vraag het om zijn hand te geven tijdens het wandelen.
- Loop in de stad altijd op het voetpad en laat je kind altijd aan de kant van de huizen lopen, nooit aan de kant van het verkeer. Als er geen voetpad is, blijf dan toch zo ver mogelijk verwijderd van de straat.
- Leer je kind de straat enkel op een voetpad over te steken en leg uit wat het belang is van de verkeerslichten.
Laat je kind ieder keer herhalen: "Groen: ik mag oversteken. Rood: ik moet wachten." Leer je kind ook aan om steeds, met of zonder voetpad, naar links en naar rechts te kijken. Vraag regelmatig: "Wat denk je? Mogen we nu oversteken? Waarom?"
- Veiligheid op straat beperkt zich niet tot het oversteken natuurlijk. Leer daarom je kind aan dat het nooit achter een bal mag hollen die op straat rolt of achter een hond die ontsnapt is. Hetzelfde geldt trouwens wanneer je kind een driewieler heeft. In dat geval zal je kind bovendien voetgangers moeten leren respecteren.
- Als je met je kind op stap gaat, kan je het, behalve veiligheidsregels, ook een beetje burgerzin bijbrengen. Leer je kind bijvoorbeeld dat het nooit afval op straat mag gooien maar altijd in de vuilbak.
Het goede voorbeeld
Om bovenvermelde tips te doen slagen, is je eigen gedrag altijd doorslaggevend. Als je zelf alle veiligheidsmaatregelen naleeft, zal je kind het heel normaal vinden om dat ook te doen. Je kind zal daarentegen nooit begrijpen waarom het regels moet naleven die je als ouder zelf niet respecteert.
Hou daar rekening meer zodat je inspanningen ook hun vruchten kunnen afwerpen. Het is ten slotte de veiligheid van je kind die op het spel staat.