Wanneer een baby geboren wordt op minder dat 37 weken zwangerschap, te tellen vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie, dan is er sprake van vroeggeboorte. Dit stemt overeen met een zwangerschapsduur van minder dan 259 volle dagen vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie.
Wanneer een zwangerschap al voor 22 weken afgebroken wordt, gaat het niet om een vroeggeboorte maar om een miskraam. De baby heeft in dit geval geen kans op overleven. In geval van geboorte op 31 zwangerschapsweken of minder spreekt men van ernstige prematuriteit. Ook baby's die minder wegen dan 2,5 kg worden als prematuur beschouwd.
De zwangerschapsduur is het enige doorslaggevende element dat aangeeft of de baby al dan niet als ‘te vroeg geboren' beschouwd wordt. Het gewicht van de baby wordt hier dus niet in aanmerking genomen.
Er kunnen zich twee grote complicaties voordoen: